Het gebruik van gebedshuizen door migrantenkerken
In Nederland is vaak aandacht voor de gevolgen van de krimp in een aantal meer klassieke christelijke kerken. De helft van de christelijke migrantenkerken, die inmiddels zo’n 700.000 leden kennen, vertoont echter groei. Om een beeld te krijgen van het ruimtegebruik en de eventuele ruimtevraag van deze migrantenkerken heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een onderzoek laten uitvoeren door het Kaski, het Onderzoekscentrum voor Religie en Samenleving, verbonden aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Daarbij is samenwerking gezocht met SKIN, de koepelorganisatie voor migrantenkerken in Nederland.
Het gehele rapport is online beschikbaar via de website van het Kaski
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat een kwart van alle migrantenkerken andere huisvesting zoekt. Bij de Evangelische migrantenkerken geldt dit zelfs voor 40% van het aantal kerkgenootschappen. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat het vinden van huisvesting - bijvoorbeeld in een (voormalige) kerkgebouw - niet eenvoudig is. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat traditionele kerkgebouwen lang niet altijd passend zijn. De nodige migrantenkerken willen namelijk buiten de vieringen om in het gebouw activiteiten organiseren zoals onderwijs, kinderopvang, festivals of lezingen. En daarvoor zijn klassieke kerkgebouwen vaak minder geschikt. Maar het heeft ook van doen met onbekendheid en soms zelfs gebrek aan vertrouwen van de eigenaren/verhuurders ten opzichte van deze kerken.
In het magazine met Hart en Ziel is op pagina 8 en 9 meer informatie over migrantenkerken te vinden.