3 open stellingen over openstellingen
‘Voor een bezoek aan een kerk moet je naar het buitenland gaan want in Nederland zijn kerken altijd dicht’. Dat klopt voor veel kerken, maar niet voor allemaal. Grote stadskerken zijn vaker open en trekken soms honderdduizenden bezoekers per jaar. Maar ook in Friesland en Groningen zijn kerken open.
We legden Hester Simons, directeur van de Stichting Alde Fryske Tsjerken en Patty Wageman, directeur Stichting Oude Groninger Kerken drie prikkelende stellingen voor die gaan over de lasten en lusten van het openstellen van kerken. In Friesland worden 55 kerken opengesteld; in Groningen zo’n 60 stuks. De feitelijke openstelling wordt verzorgd door leden van de plaatselijke commissies die ook andere activiteiten in- en rondom de kerk verzorgen.
Stelling 1: 'Niet overal kunnen kerken open'
Simons: ‘Deze opmerking krijgen we regelmatig te horen. Het zou niet veilig zijn, er zouden hangjongeren bezit van kunnen nemen of het zou praktisch niet uitvoerbaar zijn. We vinden het belangrijk dat eenieder toegang heeft tot de kerk en zich welkom voelt. Om dit te realiseren, experimenteren we momenteel met openstelling met en zonder toezicht. En door gebruik van innovatieve toepassingen zoals sleutelkastjes. Zo hopen we de komende jaren voor elke kerk een geschikte manier te vinden om de kerk voor een breed publiek te openen. Openstelling is vooral praktisch van aard: kunnen we het op een prettige en weinig belastende wijze organiseren?’
Wageman: ‘Het gaat vooral om een mindset. Over het feit dat iets wat mooi is respect afdwingt. Dat iets wat van ons allemaal is, maakt dat we er met z’n allen goed voor zorgen. Overal waar je deuren openzet, zijn er soms incidenten. Maar gelukkig blijft het daarbij. Het staat een openstelling niet in de weg. Ik zou de stelling willen omkeren: met de openstel ling van kerken voeg je een dimensie toe aan de beleving van ons cultureel erfgoed. Voor iedereen.'
Stelling 2: 'Openstelling is overlast'
Wageman: 'Openstellen is delen. Delen met de plaatse lijke bewoners. Delen met mensen die onze streek bezoeken vanuit een culturele, landschappelijke of andere interesse. Bezoek brengt leven en belangstelling met zich mee. De inspanning varieert van het omdraaien van de sleutel in de ochtend en avond tot het aanbieden van versnaperingen tegen een kleine vergoeding en het schoonmaken van de toiletten. Want ja, onze provincie is leeg en horeca is niet overal aanwezig. Ook deze kleine gebaren worden door bezoekers zeer op prijs gesteld. Onze vrijwilligers hebben het werk ervoor over omdat het gaat om hun kerk, hun plek, hun identiteit, geschiedenis en trots.’
Simons: ‘Voor wie is het overlast? Voor de vrijwilliger die extra belast wordt met structurele taken of voor de buurt? Ik denk niet dat openstelling tot overlast leidt. Hooguit leidt het bij de vrijwilligers tot wat zorgen over de inventaris. Als stichting vinden we het belangrijk om met de plaatselijke commissies te bekijken hoe een openstelling zo veilig mogelijk georganiseerd kan worden. Schade nemen wij voor onze rekening en samen bekijken wij hoe we waardevolle objecten veilig kunnen neerzetten. We vinden openstelling altijd belangrijker dan mogelijke risico’s. De kerkdeur moet zo breed en zo vaak mogelijk open.’
Stelling 3: 'De bezoeker zijn oude bekenden'
Simons: ‘De mensen die onze kerken bezoeken zijn niet alleen oude bekenden. Het zijn passanten die de kerk willen bekijken op weg naar een andere bestemming. Toeristen, fietsers en wandelaars. En daarnaast natuurlijk ook die mensen die een binding hebben met de kerk omdat ze er persoonlijke herinneringen aan hebben. Meestal zijn het mensen die respect hebben voor het gebouw en de omgeving en het prettig vinden de sfeer van een kerk te proeven. Er komen nu ook mensen die zich er eerder niet welkom voelden. Dorpelingen die nu een nieuwe relatie met de kerk aangaan en zich verbazen over de pracht en praal.’
Wageman: 'Het onderscheid is eerder tussen ‘bewust en onbewust bezoek’. Soms is er sprake van herhaalbezoek omdat ze de kerken zo mooi vinden. Maar het komt ook voor dat mensen aan het fietsen zijn en dan ineens die kerk zien opdoemen. Verrast stappen ze dan binnen. Anderen bezoeken de kerk bewust om verschillende redenen: familiegeschiedenis, rouw, trouw, verleden, betrokken heid bij het dorp, onderzoek, kunst etc. Je kunt het eigenlijk zo gek niet bedenken of er is altijd wel een reden om een kerk te bezoeken.’
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Met Hart en Ziel: De kerk gisteren,
vandaag & morgen