Estafettetafel #4 Duurzaamheid

Het Programma Toekomst Religieus Erfgoed organiseert een reeks van expertbijeenkomsten, de estafettetafels. Doel van de bijeenkomsten is het bijeenbrengen van diverse mensen, het uitwisselen van kennis met elkaar én het delen van de uitkomsten met het veld. Elke estafettetafel heeft een specifiek thema. Binnen dit thema worden over diverse relevante onderwerpen groepsgewijs gesproken.

Deze vierde estafettetafel vond plaats op 17 sepetmber 2024 in de Bethelkerk te Vlaardingen met het thema Verduurzaming van kerkgebouwen.

In vijf groepen van vijf mensen gingen de deelnemers in gesprek over vijf tafelonderwerpen

  1. De rol van vrijwilligers
  2. De rol van de overheid
  3. De (on)mogelijkheden van het kerkgebouw.
  4. Is gebruik bepalend voor duurzaamheidsmaatregelen
  5. Innovatie

Alle onderwerpen werden besproken in relatie tot het hoofdthema.

De deelnemers werden uitgenodigd op hun expertise van en vertegenwoordiging vanuit een bepaalde organisatie. Bewust was er gekozen voor deelnemers uit verschillende hoeken: toerisme, overheid, erfgoed, religieus, gebouwbeheer, installatietechniek etc. Hiermee hopend vanuit meerdere perspectieven multidisciplinair aan de tafels de onderwerpen te kunnen behandelen. Het estafettetafelsysteem zorgt ervoor dat achtereenvolgens iedere groep aan iedere tafel zit. Iedere tafel werd begeleid door een moderator. Zij hebben verslag gemaakt van de 5 gesprekken.

Tafel A: De rol van vrijwilligers.

Aan tafel A werd gesproken over uitvoerbaarheid van duurzaamheidsmaatregelen en de rol die vrijwilligers daarbij kunnen spelen. Wat zijn de (on)mogelijkheden, de voordelen, risico’s of valkuilen van vrijwilligers bij deze werkzaamheden.

De Bethelkerk in Vlaardingen is een schoolvoorbeeld van wat er met vrijwilligers kan worden bereikt op het gebied van verduurzaming. Tijdens de diverse gespreksrondes blijkt echter, dat de Bethelkerk een van de weinige locaties waar dit goed is gelukt. Door iedereen wordt breed beaamd: vrijwilligers, daar draaien alle kerken bijna volledig op! Naast een betaalde predikant of pastor draait de organisatie verder op vrijwilligers, van kerkrentmeesters tot en met koffieschenkers. Die verdienen veel waardering!

Helaas is het vinden van vrijwilligers lastig, zeker in stedelijke gebieden. Ook is de leeftijd gemiddeld hoog en is er sprake van vergrijzing. Maar een groot project, zoals verduurzaming, trekt nieuwe vrijwilligers en deskundigheid aan en vergroot de community. Extern advies vooraf wordt ook als noodzakelijk gezien.

Alle kerken draaien bijna volledig op vrijwilligers!

Veiligheid
Waar aannemers zich aan de ARBO-regels moeten houden, is dat bij vrijwilligers een ander verhaal. Belangrijk is hier oog voor te hebben, mede omdat een vrijwilligersgroep voornamelijk uit gepensioneerden bestaat. Veiligheidsschoenen en -bril, alsmede valbeveiliging zijn de eerste dingen om aan te denken. Een vrijwilligersverzekering is daarom een must (in de regel via de burgerlijke gemeente gratis). Ook is goede sturing en toezicht op de werkvloer essentieel; een ongeluk wil niemand meemaken. Daarom is vakkennis en ervaring binnen de groep vrijwilligers noodzakelijk.

Techniek
Iedereen is het erover eens dat de aanleg van technische installaties (warmtepompen, schakelkasten e.d.) aan vakmensen moet worden overgelaten. Hulp door vrijwilligers altijd via de installateur laten lopen. Hierbij ook bedenken dat een installateur garantie zal verstrekken. Daarnaast is het zinvol om de verzekeraar van de kerkgemeenschap te betrekken bij de plannen. Die hebben goed oog voor de technische risico’s en kunnen inschatten of alles verzekeringstechnisch op orde blijft.

Financiën
Subsidies aanvragen bij fondsen is een vak apart en voor vrijwilligers een lastig traject. Daarbij speelt ook de rechtspersoonlijkheid die een kerkgemeenschap heeft een rol. Valt een kerk onder een koepel van kerken, dan is die meestal niet direct betrokken en moet die wel willen meewerken. Belangrijk is dat subsidies altijd voor aanvang van de werkzaamheden moet worden aangevraagd en zijn toegezegd. Belemmering kan zijn dat fondsen in de regel offertes opvragen voor de uit te voeren werkzaamheden, die bij uitvoering door vrijwilligers veelal zullen ontbreken. Het benaderen van plaatselijke sponsoren, tenslotte, is een grote aanbeveling.

Tafel B: Wat is de rol van de overheid?

Inzet van de discussie is de rol van de verschillende overheidslagen op het gebied van verduurzaming van kerkgebouwen, zoals verduurzaming meenemen in een kerkenvisie. Duurzaam is hierbij absoluut breder dan alleen energie besparen.

Goede voorbeelden
Er zijn verschillende goede voorbeelden van gemeentelijke en provinciale acties, zoals in Arnhem (greendeal) en Alkmaar (hoe duurzaam zijn Alkmaarse kerkgebouwen) en de provincie Utrecht (handleiding energie besparen kerken).  Ook hebben alle provincies een ontzorgings-programma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed. In Gelderland worden bijvoorbeeld de kerken daarin actief meegenomen.

In de discussies kwam naar voren dat de rol van de overheden positief wordt gewaardeerd, maar dat er nog wel wat te verbeteren valt, zoals een duidelijk loket waar de kerken terecht kunnen, eenduidigheid van de verschillende regelingen, inclusief toekomstbestendigheid (lange termijnperspectief) en kennisdeling. Ook is het van belang dat de verschillende regelingen op elkaar aansluiten en elkaar niet tegenwerken qua vereisten e.d.

Integrale benadering
Het faciliteren van multifunctionaliteit is van belang voor een breder gebruik van de religieuze gebouwen, soepelheid binnen de regels van de omgevingsplannen is dan van groot belang. Het koppelen van het gebruik van religieuze gebouwen aan andere gemeentelijke beleidsvelden, zoals de sociale en maatschappelijke domeinen opent onverwachte perspectieven. Het Erfgoed Deal project Buurtbakens in Haarlem is een goed voorbeeld hiervan. Deze integrale benadering bevordert zowel een duurzaam gebruik van de religieuze gebouwen en is gekoppeld aan een verduurzaming van de gebouwen zelf.

Bij de ontzorgings-programma’s is commitment van belang, zodat projecten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Voorbeelden waarbij de overheden initiatieven ondersteunen zijn bijvoorbeeld de Stevenskerk in Nijmegen en de Eusebius in Arnhem.

Een maatschappelijke bestemming betekent ook het behoud en beleefbaar maken van erfgoed met gebruikmaking van geld van andere beleidsvelden. In het geval van herbestemming is het verplaatsen van bijvoorbeeld bibliotheken en archieven naar de kerkgebouwen een goede optie.

Eerst zorgen voor een duurzame bestemming van de religieuze gebouwen en dan pas investeren in verduurzamen is een goede strategie.

Vastgoedbeheer

Eerst zorgen voor een duurzame bestemming van de religieuze gebouwen en dan pas investeren in verduurzamen is een goede strategie.  De overheden kunnen de eigenaren van de religieuze gebouwen helpen bij de instandhouding, verduurzaming en het gebruik van hun erfgoed. Kerkeigenaren beheren wel vastgoed, maar zijn in het algemeen geen professionele vastgoedbeheerders. Kennisdeling is hierbij van groot belang. Het delen van informatie over voorbeelden en resultaten voorkomt dat iedereen zijn eigen wiel gaat uitvinden. Voorbeelden zijn: webinars, database, processtappen, monitoring etc.

Tafel C: De (on)mogelijkheden van het kerkgebouw.

De discussie aan deze tafel ging van praktische oplossingen voor gebouwen, selectie in gebouwen tot het zoeken van de reden waarom we binnen gebouwen willen verduurzamen en op welke wijze we dit dan kunnen doen, energetisch, maar ook circulaire duurzaamheid. Wat is de beperkende factor bij monumentale kerkgebouwen?

Natuurlijk zijn daar de open deuren, zoals de hoeveelheid m3, de incourante ruimte, de bouwhistorische waarden  en het beperkte gebruik. Hier werden dan ook direct oplossingen bij gezocht, zoals het intensiveren van het gebruik door multifunctionaliteit en compartimenteren van de ruimte. Duidelijk werd dat verduurzamen van monumenten maatwerk is. Men vraagt zich af of een realistische terugverdientijd voor dit soort gebouwen eigenlijk wel  mogelijk is. Moeten we dan vanuit idealisme de monumenten moeten verduurzamen?

Als mens zijn we gewend om alles te berekenen en kwantificeren…

Als mens zijn we gewend om alles te berekenen en kwantificeren om bepaalde waarden te halen voor regelgeving en bijvoorbeeld om financiering met behulp van subsidie veilig te stellen, maar de vraag is of je dan ver komt gebedsgebouwen.

Keuzes maken
Is de mens zelf dan niet de grootste beperking? Deze gebouwen staan er al tientallen tot honderden jaren en hebben kennelijk altijd gefunctioneerd. Verwachten wij als mens tegenwoordig niet gewoon te veel. We verwachten een behagelijke warmte als we in een ruimte komen, maar is dit realistisch als je de monumentale waarde niet wil aantasten?

En daar was men unaniem in, de erfgoedwaarden zijn leidend en niet het belang van verduurzaming. Diverse tafels gingen zelfs zover dat er selectie zou moeten zijn in de monumenten, door het aanwijzen van een aantal ‘super-monumenten’ die weinig tot niets mogen aantasten en daar dan ook extra financiële steun voor krijgen met als gevolg dat de minder belangrijke monumenten, wel verdergaande ingrepen mogen doen. Deze selecties zou op landelijk-niveau aangevlogen moeten worden.

Gebouwen vertellen een verhaal
Mooi om te merken was dat er teruggegaan werd naar de basis, als deze gebouwen belangrijk zijn, wat wil je dan doorgeven naar toekomstige generaties: de monumentale waarden, maar ook een gezonde wereld.

Hierbij werden er twee hoofdgedachten gevormd, ten eerste je hoeft minder te verduurzamen als je nadenkt over de programmering. Goede matches vinden bij herbestemmingen, functies die dit soort ruimtes nodig hebben, die niet veel extra licht en warmte nodig hebben, die mee gaan met de seizoenen en dag- en nachtritme. Ten tweede als je serieus gaat nadenken over verduurzamen dan moet je bij monumenten inventief aan de gang, nieuwe oplossingen vinden. Monumenten hebben het in zich om aparte vernieuwende oplossingen te trekken en voor te verzinnen, die de verduurzaming van ‘standaard’ gebouwen kunnen helpen. Met andere woorden investeer als samenleving in verduurzaming van dit soort monumenten om de innovatie binnen verduurzaming in zijn algemeenheid in een versnelling te krijgen.

Tafel D: Is gebruik bepalend voor duurzaamheidsmaatregelen?

Tijdens de gesprekken met verschillende groepen werd duidelijk dat de manier waarop een historisch kerkgebouw wordt gebruikt, een belangrijke rol speelt bij het bepalen van de duurzame maatregelen die genomen moeten worden.

Religieus gebruik
Het idee werd geopperd dat van een kerkgebouw mag worden verwacht dat het niet tot huiskamertemperatuur wordt verwarmd, vooral als het alleen voor erediensten wordt gebruikt (kerken zijn nooit gebouwd op een aangename tempratuur). Dit maakt duidelijk dat een gedegen toekomstperspectief essentieel is voordat duurzame maatregelen kunnen worden overwogen. De vraag of het kerkgebouw in de toekomst uitsluitend als kerk zal blijven functioneren, of dat er nevenfuncties zullen worden toegevoegd, of misschien zelfs het gebouw wordt afgestoten, heeft grote invloed op de aanpak van duurzaamheid; je moet een doelgroep voor ogen hebben.

Verschillende scenario’s
Elke van deze drie scenario’s vraagt om een andere benadering als het gaat om verduurzaming. Ook werd gesuggereerd dat treffen van verduurzamingsmaatregelen zonder specifiek doelgroep ook onverwachts toekomstperspectief kunnen creëren. Deze deelnemer draaide het om -en vertelde dat je nieuwe doelgroepen kunt treffen die je eerder niet op de lens had als je juist maatregelen treft die het binnenklimaat aangenaam maken, zoals yoga- en dansscholen. Verschillende bestaande initiatieven werden aangedragen die volgens de deelnemers vaker toegepast zouden kunnen worden, zoals:

  1. Compartimenteren van de ruimte – Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van tentdoeken, zoals gepresenteerd in de prijsvraag 'Sublieme duurzaamheid, sublieme schoonheid'. Dit zou de kerkzaal kunnen opdelen in kleinere, efficiënter te verwarmen ruimtes, wat de energiebehoefte zou kunnen verlagen.
  2. Gebruik van elektrische stoofkussentjes, dekens en warme jassen – Dit zijn alternatieven voor het verwarmen van het hele gebouw, waarbij de focus ligt op het verwarmen van de personen in plaats van de lucht.
  3. Infraroodpanelen – Deze panelen verwarmen direct de aanwezige mensen, in plaats van de gehele ruimte, wat energiezuiniger is en toch comfort biedt.

Afkoelen
Daarnaast werd ook het idee geopperd om juist het binnenklimaat als een kans te zien. Grote stadskerken zouden bijvoorbeeld kunnen fungeren als afkoelruimtes tijdens de hete zomers, waar stedelingen kunnen ontsnappen aan de hitte of zelfs in een koelere omgeving kunnen werken of studeren. Dit zou niet alleen het gebruik van de kerk in de zomer verhogen, maar ook bijdragen aan de sociale waarde van het gebouw in de stad.

Burenwarmte
Voor kerkgebouwen die intensiever worden gebruikt, bijvoorbeeld voor concerten of andere evenementen, zou een andere benadering nodig zijn. Er werd geopperd om creatieve maatregelen te nemen die zorgen voor een warmer binnenklimaat, bijvoorbeeld door het gebruik van systemen die warmte en koude bronnen kunnen uitwisselen. Een innovatief voorstel was om een datacenter, waarvan de servers veel warmte genereren, in de buurt van de kerk te vestigen en de overtollige warmte te gebruiken om het kerkgebouw te verwarmen. Ook werd er voorgesteld om de warmte van omliggende gebouwen in stedelijke omgevingen te benutten, bijvoorbeeld door een systeem te ontwikkelen dat warmte van een nabijgelegen café, dat veel warmte genereert, uitwisselt met de koelere lucht in een stadskerk. Dit soort samenwerking kan leiden tot duurzame en energie-efficiënte oplossingen voor het kerkgebouw, maar ook de omgeving.

Betere efficiëntie
Tot slot werd door alle groepen aangedrongen op een betere en efficiëntere inzet van de kerkgebouwen binnen een stad of dorp. In plaats van met een kleine gemeenschap in een groot, moeilijk te verwarmen gebouw te zitten, zouden kerkelijke wijkgemeenten meer kunnen samenwerken en bijvoorbeeld gezamenlijk een kerkgebouw gebruiken. Dit zou niet alleen de energiebehoefte verlagen, maar ook de gemeenschappen dichter bij elkaar brengen. Een ander voorstel was om de winterkerk weer in te voeren, waarbij alleen een deel van de kerk wordt verwarmd in de winter, wat het energieverbruik zou verlagen door het gebruik van slechts een kleiner gedeelte van het gebouw.

Een ander voorstel was om de winterkerk weer in te voeren

Deze gesprekken benadrukken het belang van flexibiliteit en creatief gebruik van kerkgebouwen om ze duurzaam te maken. De oplossingen variëren van praktische en eenvoudige maatregelen tot innovatieve technologieën, maar wat centraal staat is dat de gebruiksfunctie van het kerkgebouw een bepalende factor is in het kiezen van de juiste verduurzamingsmaatregelen.

Tafel E: Innovatie

Welke innovatieve oplossingen zijn voorhanden of welke innovatieve ideeën kunnen ingezet worden voor al het religieus erfgoed?

Gedurende de dag werd aan deze tafel ingegaan op innovatie in de context van duurzaamheid. In alle groepen kwam meteen naar boven: innovatief voor alle kerkgebouwen? Dat kan niet. De gebouwen zijn uniek dus “one fits all” is niet mogelijk. Het is altijd Maatwerk.  Wat is de definitie van het woord innovatie, wat verstaan we er eigenlijk onder? Kan digitalisering ook gezien worden als innovatie, of nieuwe samenwerkingsvormen, of het mengen van functies, of het herontdekken van oude werkwijzen en werkvormen die nu opnieuw een revival kennen? Scharen we dat ook onder innovatie? En wat te denken als je innoveert maar de materialen zijn niet circulair, is dat duurzaam?

Als een rode draad loopt door de gesprekken heen dat er veel kennis en informatie is op het gebied van duurzaamheid en verduurzamen maar dat de kennis goed en toegankelijk ontsloten moet worden. In deze sector is eenieder nog heel veel zelf aan het uitvinden. De nadruk zou moeten liggen op beschikbaarheid en het delen van kennis, dat is KEY.

Verduurzaming is ook denken en bijdragen aan biodiversiteit, zo is Groninger kerken samen met natuurorganisaties aan de slag gegaan. Kerkhoven, kloostertuinen en groen rondom religieus erfgoed zijn groene longen, het zijn eilanden in het landschap. Ook werd er gesproken over compartimentering, naast het bezuinigen op warmte en energieverbruik, kun je het door bijvoorbeeld compartimentering met stoffen en textiele aangenamer maken. Er werd gesproken over de vraag omdraaien: niet hoe kun je het gebouw verduurzamen maar hoe kun je de kwaliteiten van je gebouw gebruiken om een bijdrage te leveren aan een meer duurzame samenleving. Kennis hebben van en het blijvend volgen van trends is belangrijk. We zijn decennia bezig met verduurzaming, het wordt tijd dat ideeën, adviezen ook leiden tot praktisch uitvoerende maatregelen.