Sublieme Schoonheid
Het denken over verduurzamen vertrekt vaak vanuit de techniek. Wat nu echter als de betekenis en de schoonheid van een kerkgebouw het vertrekpunt vormt. Is dat een te hoge eis? Rijksbouwmeester Floris Alkemade zei daarover: ‘We leggen de lat niet te hoog, dit is de hoogte waarop de lat altijd zou moeten liggen.’ De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Rijksbouwmeester schreven vanuit dat idee een ontwerpprijsvraag uit voor het verduurzamen van sublieme stadskerken.
Uit 37 aanmeldingen selecteerde de jury drie teams van professionals op het gebied van ontwerp/design, duurzaamheid en erfgoed. Hun opdracht was een visie te ontwikkelen op één van de drie thema’s (zie kader). De winnaars combineerden ‘poëzie en techniek’ tot verrassende, uitvoerbare concepten.
Binnenruimte
Bij het thema ‘binnenruimte’ speelt vooral verwarming een rol, want kerken zijn vaak berucht vanwege de enorme hoeveelheden energie die opgaan aan het warm stoken van het gebouw. En soms worden ze in de wintermaanden zelfs helemaal niet gebruikt omdat het comfort het niet toelaat. Het winnende concept kwam van het team ‘Stof tot nadenken’. Vanuit het uitgangspunt om de mensen te verwarmen en niet de stenen kwam men tot oplossingen die afgestemd zijn op het gebruik: als individuele bezoeker, opgedeeld in kleinere of grotere groepen of als deelnemer van een grotere bijeenkomst. Binnen het concept wordt een grote kerkruimte met tenten en gordijnen opgedeeld, zodat gebruiksruimtes veel doelgerichter verwarmd kunnen worden. Volgens het team levert dat, afhankelijk van de omstandigheden, tussen de 5 en 50 procent energiebesparing op. Voor de individuele bezoeker werd een isolerend habijt ontwikkeld. Het interessante aan dit concept is dat er geen ingreep in het gebouw nodig is. De stoffen zijn bovendien opvouwbaar en kunnen ontwikkeld worden door meerdere kerken samen.
Energiekoppelingen
Binnen het thema ‘energiekoppelingen’ ging het om de vraag hoe een stadskerk zelf een bron van energie kan worden. De ontwerpers van het winnende team ‘De musica mundana’ kozen voor een zichtbare toevoeging, zoals vele generaties door de eeuwen heen op, aan en in kerken hebben bijgebouwd. Dus geen duurzaamheidsmaatregelen die weggestopt moeten worden omdat het slechts ‘een stuk techniek’ is, maar ingrepen die schoonheid toevoegen. Hun plan behelst het plaatsen van transparante en lichtvoetige paviljoens in en aan de kerkgebouwen. De gebouwtjes combineren functies. Energiestromen lopen in elkaar over. Functies die nu niet of slechts met moeite in een kerkgebouw vormgegeven kunnen worden (horeca, ontmoeting/vergaderzaal, entree van de kerk of toegang tot een hogere verdieping in de kerk). En energiestromen waarbij het afval van de ene functie de voedingsbron is voor de volgende.
Verbinding met de omgeving
Het thema ‘Verbinding met de omgeving’ draaide tot slot rond het duurzaam toegankelijker maken van kerken om ze ‘in te bedden’ in hun omgeving. Want kerken spelen al eeuwenlang een centrale rol in hun omgeving, maar tegenwoordig lopen mensen minder makkelijk binnen. De vraag was om de overgang tussen binnen en buiten te verzachten. Dit inspireerde het team tot een ontwerp met als motto 'Van besloten iconen tot verbindende volkspaleizen'. De ontwerpers willen terug naar waar een kerk in hun ogen voor staat: stilte, rust en afstand nemen van het alledaagse. Daarvoor ontwierpen ze verschillende open tuinen rondom de kerken waar water en groen de hoofdrol spelen. Feitelijk vraagt deze opgave erom de ingreep als een gebiedsontwikkeling te zien omdat het niet alleen het kerkgebouw raakt, maar de omgeving en de stad als geheel.
De ontwerpen werden op 20 oktober tijdens de Dutch Design Week gepresenteerd. Het publiek was positief en de meeste deelnemende kerken wilden de ontwerpen omzetten in realiteit. Een voorbeeld voor andere kerken?
Deelnemende kerken per categorie
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Met Hart en Ziel: De kerk gisteren,
vandaag & morgen