De Nederlandse kerken, kloosters en kapellen behoren tot ons belangrijkste cultuurbezit. Bij verkoop of herbestemming van een kerk of klooster is het soms al eeuwenoude interieur kind van de rekening. Hoe zorgen we ervoor dat niet alles verloren gaat? En wát moet er dan eigenlijk bewaard blijven?
Of in een dergelijk markant gebouw een niet-religieuze functie kan, die past in de ogen van kerkgenootschappen, cultuurliefhebbers en andere belanghebbenden, wordt echter vaak meer bepaald door de binnenkant van de kerk dan door haar buitenkant. De religieuze betekenis en cultuurhistorische waarden van het interieur en de collectie wegen zwaar bij nieuw en toekomstig gebruik.
Het interieur is bepalend, en dat is feitelijk altijd zo geweest. De religieuze gebouwen werden gebouwd voor ziel en zaligheid en voorzien van uitzonderlijke interieurs als omlijsting van de eredienst. De ruimte, inrichting en architectonische verhoudingen spelen daarop in. Vorm volgt functie. Licht en geluid zijn essentieel en het meubilair - net als de aankleding en decoraties van vloeren, wanden en gewelven - richt zich op die plekken waar zich de belangrijkste rituelen afspelen. Deze elementen vormen samen met de kleinere, roerende zaken zoals bijbels, kelken of ander liturgisch gerei een eenheid, en zijn op elkaar afgestemd. Soms is alles in één keer gerealiseerd en is er sprake van een echt Gesamtkunstwerk. Vaker bestaat het interieur uit een organisch gegroeid, gelaagd geheel.
Kerkinterieurs zijn veranderlijk en afhankelijk van de gangbare theologische ideeën, maatschappelijke omstandigheden of heersende mode. ledere generatie voegt iets toe en haalt er iets vanaf. In het boek 'Kerkinterieurs in Nederland' vindt u honderd toonaangevende en belangwekkende Nederlandse kerkinterieurs.
De inhoud verandert
Bij herbestemming blijft de hoofdvorm van het gebouw meestal goed bewaard, maar verandert de inhoud. De kerk behoudt haar presentiewaarde in het stads- of dorpsgezicht, maar voor de kenmerkende en sfeerbepalende interieurelementen is vaak geen plek meer. Wat er overblijft, hangt in grote mate af van de oorspronkelijke eigenaar, de monumentenstatus van het pand en de plannen en creativiteit van een nieuwe initiatiefnemer en zijn ontwerper.
De visie op het gebouw en het beleid van het verkopende kerkgenootschap zijn leidend in de afstootfase. Kerkelijke wetgeving, protocollen en richtlijnen bepalen welke losse objecten elders worden herplaatst, worden afgestoten of vernietigd. De religieuze, symbolische en lokale cultuurhistorische betekenis speelt daarbij een grote rol. Waar de spullen uiteindelijk terechtkomen wanneer ze niet binnen het kerkgenootschap blijven, is afhankelijk van waar ze worden aangeboden.
Museum Catharijne ConventMuseum Catharijne Convent staat kerken en kloosters met raad en daad bij als het gaat om beheer en behoud, culturele waardebepaling, ontsluiting en herbestemming van kerkinterieurs en roerende religieuze voorwerpen. Daarnaast biedt het Museum Catharijne Convent allerlei documentie aan over het beheren, registeren, waarderen of herbestemmen van een kerkinterieus of religieuze voorwerpen. Zelf aan de slag gaan met het religieus erfgoed in uw gebedshuis kan namelijk ingewikkeld en overweldigend zijn. Ook faciliteert Museum Catharijne Convent een digitaal platform voor vraag en aanbod van religieuze voorwerpen. Bezoek de website van Museum Catharijne Convent voor advies of voor meer informatie over documentatie beheer, registreren, waarderen of herbestemmen |
De 'geest' van het gebouw
Belangrijk voor een goed plan dat recht doet aan het gebouw is het doorgronden van de 'geest' van het gebouw. Wat is de essentie van het interieur, wat maakt het specifiek, waar zit de betekenis? De ene keer is het ruimtelijkheid, de andere keer de lichtval, het kleurenspel, de eenvoud of dat ene beeld. Soms ligt het belang in het feit dat het publiek toegankelijk is, of dat er een regionaal historisch belangwekkend verhaal verteld wordt.
Al met al kan worden gesteld dat naarmate er meer van het meest wezenlijke van het interieur overeind blijft, het kerkgebouw haar herkenbaarheid en betekenis langer behoudt. Grondige kennis van het kerkinterieur, tijdig overleg tussen alle betrokken partijen en transparantie in de gemaakte keuzes is daarom essentieel bij het maken van keuzes over multifunctionele herinrichting, afstoting en transformatie.