Dat kerken een andere eigenaar of functie krijgen, is een eeuwenoud verschijnsel. Al sinds er in Nederland kerken gebouwd worden is verandering een constante. Bij leegstand werden kerkgebouwen op veel plekken hergebruikt als weeshuis, opslagplaats of hospitaal. De gebouwen en het bouwmateriaal waren immers kostbaar en hergebruik was dan ook vanzelfsprekend. Terugkijkend lijken dit bijna organische processen te zijn geweest.
Nieuw zijn de systematische en geplande herbestemmingen zoals die zich de laatste decennia op grote schaal voordoen. Ze zijn het gevolg van de voortschrijdende ontkerkelijking, vergrijzing van het ledenbestand en fusies van kerkgenootschappen. Daarbij spelen deze herbestemmingen zich af onder het kritische oog van een breed publiek, zijn er meestal grote (financiele) belangen mee gemoeid en lijkt geen enkele functie meer onbespreekbaar. Wat als passend is, valt altijd wel te betwisten.
Voor elke denominatie anders
Vanuit kerkelijk perspectief ligt het herbestemmen van een voormalig gebedshuis voor elke denominatie anders. Globaal genomen staat de religieuze ruimte voor rooms-katholieken volledig in dienst van het geloof. De kerk is een gewijd, sacraal gebouw, dat aan de eredienst onttrokken moet worden voordat een andere functie mogelijk is. Voor protestanten geldt de kerk meer als een functioneel bouwwerk waar het Woord wordt verkondigd en dat onderdak biedt aan de kerkgemeenschap. Hoewel protestantse kerkgebouwen daarom ook verhuurd kunnen worden voor niet-religieuze activiteiten, worden de gebouwen wel als 'toegewijd' beschouwd. Procedures voor het buiten gebruik stellen van het gebouw, voorafgaande aan een herbestemming, kunnen per kerkgenootschap verschillen.
Hoewel geloofsgemeenschappen het liefst zien dat nieuwe functies vooral in het verlengde van het oorspronkelijke gebruik liggen, geven sommigen de voorkeur aan sociaal-maatschappeliike of culturele bestemmingen. Anderen kiezen echter, daar waar dat kan, voor het geld dat een gebouw oplevert en accepteren ook commercièle functies zoals woningen, kantoren of winkels.
Nieuw religieus gebruik
Nieuw religieus gebruik van het gebouw door een andere geloofsgemeenschap lijkt voor de hand te liggen. Maar de praktijk is toch niet altijd even eenvoudig. Andere christelijke genootschappen worden soms als 'concurrent' gezien en nieuwe internationale christelijke geloofsgemeenschappen, die vaak op zoek zijn naar ruimte, kunnen een kerkgebouw vaak niet bekostigen waardoor hergebruik niet van de grond komt.
Niet-christelijke gelovigen mogen tegenwoordig slechts bij uitzondering een leeg kerkgebouw betrekken. In de jaren zeventig en tachtig werden kerken daarentegen nog wel her en der omgevormd tot moskee. De laatste decennia komt dat echter nauwelijks nog voor.
Aan de andere kant kan hergebruik ook juist leiden tot strengere eisen, die een volgende herbestemming elders bemoeilijken. Zo werd de Sint-Josephkerk in Den Bosch in 1990 verkocht als locatie voor onder meer diners, feesten en congressen. Omdat de religieuze elementen niet uit de kerk verwijderd waren, stond de dj in de preekstoel te draaien, werd er een bar in de biechtstoel gemaakt en gedanst op het altaar. Dat riep begrijpelijke emoties van afschuw op.
Kerken brengen ook waarborgen aan door middel van zogenoemde kettingbedingen. Die moeten voorkomen dat, wat in het oog van de kerk, onwaardig toekomstig gebruik is.
Wat is waardig?
Wat waardig is, is geen uitgemaakte zaak. Soms hebben mensen niet alleen moeite met de commerciële kant van een nieuwe functie, maar ook met de omgang van interieur-elementen. Waardigheid heeft dan ook van doen met een al dan niet respectvolle omgang met het kerkgebouw.
Vanuit het perspectief van de bewoners speelt ook de vraag of een kerk publiekelijk toegankelijk blijft of dat de kerk een afgesloten domein wordt. In het laatste geval is er sprake van een harde scheiding en dat wordt veelal als ongewenst ervaren. Voor de omwonenden spelen bij de herbestemming van een kerk daarnaast pragmatische factoren een rol. Nieuwe functies kan extra verkeersbewegingen opleveren en vragen om parkeerruimte, waar de buurt niet altijd op zit te wachten.
Erfgoedinstellingen zien graag dat een nieuwe functie recht doet aan de cultuurhistorische betekenis van het gebouw en dat karakteristieke historische kwaliteiten van het gebouw worden benut, opdat een meerwaarde word gecreëerd. De nieuwe functie is voor hen minder van belang dan de wiize waarop in het ontwerp en het gebruik omgegaan wordt met de bestaande historische kwaliteiten.
Wat als passend wordt ervaren, heeft nu eenmaal ook met generaties te maken. Voor generaties die niet kerkelijk zijn opgegroeid, heeft een kerkgebouw een andere betekenis. Een jongere generatie denkt bijvoorbeeld eerder in termen van duurzaamheid en circulariteit. Voor hen zijn gebouwen en het bouwmateriaal vanuit dat perspectief kostbaar en is hergebruik dan ook vanzelfsprekend.
Inspiratie voor monumenteigenarenAchter elk monument zit een verhaal. Monumenteigenaren en specialisten delen hier hun ervaringen met het restaureren, onderhouden en verduurzamen van monumenten. Laat je inspireren op Monumenten.nl |